Elf vragen aan de hoogheden van de Knunnekes

Ze zijn al een tijdje in touw als hoogste functionarissen binnen onze Veste. We zien ze overal opduiken. In de krant, sociale media, op bierflessen. Je kunt er gewoon niet omheen, ook al zou jet het willen, maar wie zijn deze twee Grolse muiters eigenlijk. Binnenkort komen we met vele duizenden op hun feestje. Handig om te weten wie deze feestvarkens zijn.

Prins Edwin en Adjudant Robby (links) krijgen uit handen van Klone’s buurman en organisator Tröntjesfestival, Christof Elsinghorst, de Tröntjescd uitgereikt. (Foto: Henri Walterbos)

1. Een vraag die we al snel stellen in de Achterhoek als we iemand begroeten die we niet kennen; Wee bun ie en woar bun ie van?’

Prins Edwin: Ik bun der ene van Reukers. Neet van ’t bouwbedrief en ok neet van de schilder. Mien vader was d’r bi’j leaven ene van ‘Voshaar Drieka’ en ‘Jan Reukers uut ’t Brook’. Mien opa en oma hadden ne kleine boerderi’j aan de Scheiddijk te Mariënvelde. Mien moo kump uut de Liemers. Uut Diem (Didam,HW) om precies te zijn. Zee was der ene van Gradus van Geemen en Marie Timmermans. Ikzelf bun geboren in de Kei, ik heb doar in zes dagen de hele buurte bi’j mekaar ebleerd. Op weg noar Grolle was ik het liefste kind dat er in de wiede umtrek te vinden was. Ik bun d’r nooit meer weggegoan….

Adjudant Robby: Ik kan met recht zeggen dat ik geboren en getogen bun binnen de grachten en doar bun’k moar wat trots op. Ik dank mijn wijlen vader Antoon en moeder Thea op mijn knieën dat ik het levenslicht in Grolle zag. En wat was het een prachtige dag, de zon scheen heerlijk naar binnen en ik zag de jaloezie op het gezichtje van mijn twee jaar oude breurken. Die heeft een paar jaar eerder een aantal dagen lopen bleren in het dorp Lichtenvoorde.

2. Wat was jullie eerste of ultieme Grolse carnavalservaring?

Prins Edwin: Ik wet neet anders dan da’k carnaval vier. Op achtjoarige leaftijd deed ik veur het eerst met in de optocht. Dat hele stuk op ut achterwiel met de jongs van de Speed Hogs. Later eerst nog met de A-jeugd van de Grol (medisch centrum A en Aloha). Daarna dus met mijn eigen geliefde Elsje. Ik bedenk me net dat ik al minstens 34 jaar in de optocht meedoe. Die andere twaalf jaar stond ik ongetwijfeld langs de kant. Vroeger kwam de optocht pal voor de deur langs op de Boompjeswal. Kan me nog heugen dat de snoep via het slaapkamerraam van mijn ouders naar binnen kwam.

Adjudant Robby: Er zijn vele mooie herinneringen die ik aan het carnaval heb. De vroegste was volgens mij al op de lagere school toen ik met één of andere DASH ton op mijn mangel tijdens de optocht meeliep. Een andere herinnering was toen ik met mijn kameraad M. Hofman een zelfrijdend voertuig (het moest eigenlijk een kart worden) in elkaar had gelast van allerlei brommeronderdelen. De eerste 100 meter van de optocht hebben we meegereden. Daarna was het 2 km lang drukken. De allereerste wagen met Elsje. Met het motto: Grolle is zo gek nog neet, moet je die keien moar ens kieken. Ook de vele prijzen die we in de 30 jaar dat we nu meedoen hebben mogen winnen. Met absolute hoogtepunten. Drie keer op rij de eerste prijs met de kleine wagens en daardoor ook de wisselbeker gewonnen. Een aantal tweede en derde prijzen met de grote wagens. De allereerste Knunnekes Award ooit gewonnen met Elsje. Drie keer de tweede prijs in hetzelfde kalenderjaar. Met Elsje junior, Elsje en Elsje fiederelsje. En natuurlijk afgelopen jaar voor de tweede maal de Knunnekes Award.

3. Jullie zijn broers en hebben in ‘Elsje’ een gezamenlijke grote liefde. Hoe zit dat, twee broers die dezelfde vrouw liefhebben?

 

Lees verder op Groenlosegids.nl

Nieuws